20/06/2014
Hoezo kan een merel geen fan van het Nederlands Elftal zijn?
Ta-ta-ta-ta-ta-tááá
Na de dood van onze nuffige, maar oh zo geliefde poes Puckie, besluiten Paul en ik geen huisdier meer te nemen. Geen kat meer om ons heen, het is akelig stil in huis. Met wie moeten we kletsen? We richten onze pijlen op het merelechtpaar dat in onze tuin woont. Het mannetje noemen we Joey en het vrouwtje Sally.
Iedere keer als Joey langs vliegt roepen we in koor: hé Joey. Algauw verbeelden we ons dat de vogel op ons reageert en speciaal voor ons stuntvliegt in ons blikveld.
En hij gaat onze melodietjes imiteren. Echt waar. Het is een paar weken voor het WK van 2010. Helemaal in voetbalsferen fluit Paul steeds ta-ta-ta-ta-ta-tááá, waarna ik aanvul: aanvallûh.
Joey fluit wat losse flodders en houdt af en toe zijn koppie scheef om te luisteren. Als hij op een avond de eerste vier noten goed nazingt, springen we enthousiast op met onze armen in de lucht, alsof Oranje gescoord heeft.
“Goed zo Joey,” roept Paul naar de schoorsteen waar het beestje zit.
We gaan oefenen. De merel hangt wat rond in onze tuin en herhaalt steeds braaf een paar noten. Algauw weet hij de eerste vijf goed na te zingen, maar bij de laatste langgerekte noot, ontspoort hij steeds.
En dan op een dag, fluit hij de voetbaltune foutloos na. We zijn door het dolle. Joey ook. Hij weet van geen ophouden, iedere keer als we ons in de tuin vertonen klinkt het ta-ta-ta-ta-ta-tááá.
Het is warm tijdens die WK-weken vier jaar geleden. Paul organiseert een barbecue voor al zijn medewerkers op de dag dat Nederland speelt, de televisie zetten we buiten.
Als Joey een paar keer door het beeld vliegt scheppen we op dat hij de voetbaltune kan zingen.
Paul’s collega’s wisselen een snelle blik en kijken ons dan meewarig aan. Wij trekken ons daar niets van aan, we zijn vol vertrouwen.
Joey maakt een laatste duikvlucht en geeft intussen een geheim teken met zijn ene vleugel als hij langsscheert. Misschien verbeeld ik me dat laatste wel hoor, het kan ook de drank zijn dat ik dat zie.
De merel zit intussen strategisch achter ons op de dakgoot en kijkt over onze schouders naar de wedstrijd.
“Joey,” roept Paul en fluit het voor de zekerheid nog eens voor.
De merel houdt er even de spanning in en fluit dan vol overgave het overbekende deuntje. Een luid gejuich, iedereen springt op, stoelen vallen om. Joey is the Man, nou ja de Vogel.
We zijn nu vier jaar verder. Joey en Sally scharrelen als vanouds in onze tuin. Maar is dit hem wel? Hoe oud worden merels? Hoe vaak we het ook voorfluiten, hij blijft zijn eigen riedeltje fluiten. Is dit soms zijn niet muzikale zoon? Soms, heel soms lukken de eerste drie noten. Nee, dit is niet onze Joey, hoe graag we het ook willen geloven. Ik kan natuurlijk googelen hoe oud merels worden, maar ik wil het liever niet weten.
Misschien moeten we meer oefenen, we hebben nog 3 weken voordat Nederland in de finale staat.
___123___Ta-ta-ta-ta-ta-taaa | Th.M. Coleman___123___