12/12/2014
Er is niemand die zo vaak struikelt als ik
Misstap
Op het station van Hilversum moet je eerst een brede steile trap af en dan iets verderop zo’n zelfde trap omhoog om op het perron te komen.
Naar boven lopen is geen probleem. Wanneer ik aan de late kant ben vlieg ik als een hinde de betonnen trap op. Nou ja hinde, ik arriveer heelhuids op het perron en heb dan nog genoeg tijd om in de trein te springen.
Eén keer ging het mis, toen ik ‘s avonds laat op station Zuid in Amsterdam de roltrap opstormde in een poging de trein te halen. Halverwege het perron kreeg ik opeens elastieke benen en ging op mijn muil. Had iets met teveel drank te maken, geloof ik.
De conducteur was zo aardig op mij te wachten en bood me zelfs pleisters aan, wat ik natuurlijk hautain geweigerd heb. Eenmaal in de trein liep ik met opgeheven hoofd langs grijnzende smoelen vol leedvermaak. Niets aan de hand hoor.
Het was een uitzondering, naar boven lopen gaat altijd goed.
Het probleem is naar beneden lopen. Die elastieke benen, waar ik het net over had, heb ik altijd als ik bovenaan een trap sta.
Ik ben altijd bang dat ik struikel en naar beneden donder.
Of dat ik zwik, dat doe ik namelijk vaak en dan ook nog eens op de meest onhandige plekken. Op het Rokin bijvoorbeeld, precies daar waar geen hekje naast de gracht staat. Wel eens in de gracht gevallen? Ik bijna, het is dat Paul me in mijn nekvel greep.
Uit voorzorg loop ik altijd met mijn hand aan de leuning, vooral op een station als het druk is. Stel dat iemand met veel haast mij per ongeluk even in de rug duwt en dan hoppa, de diepte in.
Maar ik heb niet alleen problemen met hoge steile trappen. Eén treetje kan bij mij al fataal zijn, zoals vorige week in café de Tuin.
Ik miste een afstapje. Het was donker. Het was vol. En ik had de nodige glazen achter mijn kiezen. Het ene moment kwam ik nog vrolijk van de wc, het volgende moment vloog ik gestrekt door de kroeg.
In een poging mijn val te breken, greep ik wat ik grijpen kon. Ik hing aan de kleren van een meisje, waardoor haar shirt op haar knieën kwam en haar bh ter hoogte van haar navel.
Samen vielen we verder, het groepje mensen met wie ze stond te praten één voor één omverkegelend. De rode wijn en het bier vloog door de lucht.
“Oh, sorry,” mompelde ik toen we landden en keek om.
Afstapje? Nooit gezien.
De mensen om me heen stonden weer op, trokken hun kleren weer op hun plaats en schopten de gebroken glazen opzij. Ze reageerden opvallend mild, ze timmerden me niet eens in elkaar.
“Kan gebeuren,” wuifde het meisje, terwijl ze haar borsten weer in haar bh floepte.
Beschaamd liep ik terug naar Paul, die mijn ontluisterende valpartij van een afstand had gezien.
“Trapje?” informeerde hij.
Kan gebeuren…allemaal,heerlijk om deze drukke dag mee te beginnen Dorrie.