22/01/2016
Daar stonden we op 22 november, voor de Heineken Music Hall voor het concert van Charles Aznavour.
Moi, mijn broertje, mijn schoonzusje en mijn 86-jarige vader.
Aznavour kwam onverwachts niet, ziek, en diep teleurgesteld dropen we weer af. Maanden naar uitgekeken.
Maar herkansing. 21 januari. We telden de dagen af.
En weer waren we er. Dit keer kwamen we iets verder, we zaten zelfs in de zaal. We keken zelfs naar het voorprogramma…… maar Aznavour hebben we niet gezien.
Wat is het toch met de Heineken Music Hall en hoogbejaarde mannen en buikgriep? Eerst de Franse zanger zelf, nu mijn vader.
Op het moment dat Aznavour het podium opkwam , liepen mijn broer en ik achter een rolstoel in de catacomben van de concertzaal op weg naar de korste route naar de parkeergarage. Sorry Charles, doodzieke vader.
Even, heel even heb ik gekeken. Het eerste nummer.
De vorige keer bij zijn concert in New York zat ik een paar meter van hem vandaan en keken we elkaar recht in de ogen.
Zou hij me nu weer gezien hebben? Dat mens dat helemaal achterin op het balkon onder het fel groen verlichte bordje uitgang stond met al die jassen over haar arm?
Dat was ik.