Op mijn platte bek

22/11/2014

Ha, het wordt eindelijk wat kouder, dus gaan we weer denken aan wintersporten. Schaatsen in mijn geval, want op ski’s krijg je mij nooit meer

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Op mijn platte bek

Omdat ik na iedere afdaling in de kreukels lag, heb ik tien jaar geleden mijn ski’s op een onbereikbare plek op zolder gezet met de bedoeling ze nooit meer te pakken.
Daar staan ze nog steeds.
Toch gaan we ieder jaar op wintersport. We logeren dan bij Onne en Karin, vrienden die een prachtig chalet in Zwitserland hebben. Terwijl iedereen gaat skiën, installeer ik mij buiten in het zonnetje met een boek. Prima oplossing.
“Ga toch eens mee de berg op,” vragen ze steeds, “er is daar een prachtig pisterestaurant.”
Met snowboots in het stoeltjesliftje? Nou nee, dank je wel.
Ik hoef dat pisterestaurant helemaal niet te zien, ik zie bij het chalet al genoeg bergen. En ik hou helemaal niet van bergen, ze staan hinderlijk in de weg als ik ver weg wil kijken.
Ik laat me overhalen.
In het liftje kijk ik met open mond naar de skiërs onder me die zich op een loodrechte berghelling met ware doodsverachting naar beneden storten.
“Whoeaahhh,” wijs ik bewonderend.
“Dat zijn skileraren,” zegt Onne schouderophalend, “die worden met ski’s aan geboren. Wel zielig voor hun moeder trouwens.”
Ik reageer niet op zijn grap, want het pistestation komt eraan.
Hoe gaan we dat doen? Ik ben natuurlijk de enige zonder ski’s.
Onne heeft me verzekerd dat er een vlak stukje is en dat de stoeltjeslift op dat punt heel langzaam gaat.
Dat is zo ook zo, maar na het vlakke stukje gaat het toch echt weer naar beneden. Voorovergebogen, om te voorkomen dat ik het volgende stoeltje tegen mijn achterhoofd krijg ren ik struikelend weg en val. Nou dat begint weer lekker. Zelfs zonder ski’s lig ik steeds met mijn platte bek in de sneeuw.
Tijdens de lunch zit ik me ernstig zorgen te maken over de terugtocht. Ik heb gezien dat in het benedenstation het laatste stukje vrij steil is en de stoeltjes hard de bocht om denderen voordat ze weer naar boven gaan.
Ik voorzie al dat ik er daar niet af durf en dan de rest van de dag de berg op en neer ga.
“Maak je geen zorgen,” wuift Onne mijn zorgen weg, “er gaan zo vaak wandelaars naar boven. Als de man beneden ziet dat er iemand in een stoeltje naar beneden zit, dan stopt hij het liftje even en dan kan je gewoon uitstappen.”
Nadat de lunch scheef door mijn strot is gegaan vanwege de stress, besluit ik maar weer eens naar beneden te gaan.
Het opstappen gaat wonderwel eenvoudig. Ik val niet en vergeet niet de stang dicht te klappen. Moederziel alleen ga ik weer naar beneden, de katrollen boven me maken angstaanjagende geluiden
Ik neem me voor uitbundig te gaan zwaaien naar de man van het benedenstation en demonstratief naar mijn voeten te wijzen, zodat hij ziet dat ik geen ski’s aanheb.
Als het eindpunt in zicht komt zie ik het al. Er staat niemand. Zeker even pissen.
Heb ik weer.

2 reacties

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: