01/04/2016
Mijn oudste zoon Alexander komt binnenwandelen. Hij laat een professionele camera zien die hij van een vriend geleend heeft. Op mijn vraag waarom antwoordt hij:’ Gewoon. Just for fun.’
Hij begint van alles te klikken. De tomaten in de keuken, de tulpen in de vaas. Close-up van de tulpen. De oude pathéfoon. Nee, niet kunstzinnig genoeg. De helft van de pathéfoon… ja goedgekeurd.
‘Zal ik jou fotograferen?’
“Professionele camera?’ vraag ik wantrouwend, ‘ bedoel je scherpe foto’s?’
‘Bloedscherp.’
Ik slik.
“Mom, zeur niet. You look fine. Ga daar zitten in de gele stoel.’
Ik ga gehoorzaam zitten en pak mijn boek van de tafel.
‘Waarom ga je zitten lezen?”
‘Dat ben ik. Boeken. Lezen. Schrijven. Snappie?’
Alexander zucht even en begint dan te knippen.
Ogen dicht. Opnieuw. Weer ogen dicht. Weer opnieuw.
Na tien foto’s lukt het me niet te knipperen als hij afdrukt.
Zo, klaar. Heb ik meteen weer een nieuwere foto als profielfoto.
Alexander vertrekt weer en ik loop even met hem mee naar buiten.
Oh, kijk eens. Er zijn filmopnames bij het huis naast ons.
Ik ben zo in mijn rol als fotomodel dat ik even denk dat de cameraploeg voor mij komt.
Ik ga een kijkje nemen en slenter zo onopvallend mogelijk over de filmset, intussen om me heen spiedend of ik Leonardo DiCaprio ergens zie.
‘Wat gaan jullie filmen?’
‘Een reclame.’
Oh, geen bekende filmsterren op mijn tuinpad.
Ik wil teleurgesteld afdruipen.
‘Waarvan?’
‘Bol.com.’
Bol.com! Oh. Mischien moet ik toch maar in de gaten houden wanneer ze ‘action’ roepen. En dan achteloos door het beeld lopen. Met een stapeltje van mijn boek Andreas duidelijk zichtbaar onder mijn arm.